www.loosjes.nl
Home
troonrede
blikken koets
Obstakels
Staatsrecht
Patiëntendossier
About democracy
Freedom of Education
creative financing
Saboterende overheid
Leerplichtwet 2008
Innovatieverbod
Belastingliberalisatie
Europese Grondwet
Ostende,1781
Publicaties
Contact
____
<<     Pagina 116 van de 136     >>


21. Verkiezingen

januari 2008


Voorspoedig nieuwjaar! Ik val met de deur in huis: Het kabinet heeft genoeg gewankeld. Uw columnist wil verkiezingen. Hij wil naar de stembus. Niet om vóór iets te stemmen, maar tegen. Tegen alles, hoewel, alles is wel veel. Laat ik me daarom minder drastisch opstellen opdat we erover kunnen nadenken voordat de verkiezingsstrijd losbrandt. Wat is het geval. Eens in de vier jaar, en als het meezit vaker, laten onze politici zich fotograferen om hun kop op een affiche te zetten. Dagenlang hebben ze voor de spiegel geoefend om vertrouwingwekkend, vriendelijk of vastberaden en grensverleggend veelbelovend over te komen. En dan kunnen we naar de stembus. Ons grootste democratische recht waarvan we één minuut in de vier jaar mogen genieten. Ik hang met mijn tandvlees aan dat recht. Maar wat. Wat valt er te stemmen, dat is probleem nr. 1. Je kunt stemmen op een sterke man of vrouw, iemand die geen tegenspraak duldt en staat voor wat hij of zij zegt, in duidelijke taal. Een kwart van de kiezers stemde in november 2006 aldus; op Wilders, Marijnissen of Verdonk. Als je zo iemand niet wilt, kun je kiezen voor een beoogd premier. Stem op een van de machtsblokken, in de hoop dat deze het allergrootst wordt. Echter, de race om de zwevende kiezer heeft alle grote partijen nagenoeg gelijk gemaakt. Minister Wiegel formuleerde dat als geen ander: "Afwijken van mijn partijstandpunt zegt u? Maar meneer, ik zit hier voor beleid!" Ik hoor het hem nog zeggen. Mogelijk kunt u probleem nr. 1, net als ik, dus niet oplossen. Volgt probleem nr. 2: hoe stem ik voor een minderheidskabinet. Een minderheidskabinet, zoals dat in Denemarken gangbaar is, kan er niet omheen om haar plannen aan de volksvertegenwoordigers uit te leggen, een meerderheidskabinet hoeft dat immers nauwelijks te doen, dat rekent gewoon op zijn achterban die zijn politieke carrière zelden zal riskeren door dwars te liggen. Een open democratie is dus gebaat bij een minderheidskabinet. Echter, probleem nr. 2 bestaat daaruit dat geen enkele partij u inzicht geeft omtrent de bereidheid al of niet met anderen te zullen samenwerken, de kiezer heeft aldus geen invloed op de kabinetsformatie. Ook probleem nr. 2 is dus zo goed als onoplosbaar. Zinvoller lijkt het daarom op een programma te stemmen dat het voordeligst is voor het land, het milieu, onze economie, of ons eigenbelang. Probleem nr. 3 is dus simpeler. Daarvoor zijn er zelfs "stemwijzers" die echter de blik meteen nog verder vernauwen door uw keuze op te hangen aan alle toevallig actuele ditjes en datjes. Als we daaraan toegeven strandt probleem nr. 3 op zijn eigen versimpeling. Op naar probleem nr. 4, dat is tenminste nòg simpeler: helemaal niet stemmen omdat je het niet eens bent met het systeem. In dat geval kun je thuis blijven, probleem opgelost; of blanco stemmen, maar dat heeft het nadeel dat het niet wordt gepubliceerd. Tenzij onder druk. We naderen dus probleem nr. 5 - en daarmee zijn we volgens sommigen weer terug bij probleem nr. 1; en ik hoop dat de lezer mij niet kwalijk neemt dat ik hem in een politiek Droste-effect heb doen belanden. Probleem nr. 5/1 is stemmen op een partij die het meest tegendraads is. Zo stemde een vriend van mij jarenlang communist, totdat de partij ging groeien. Toen schakelde hij over op degene die als eerste na de verkiezingen zijn partij had verlaten om als eenmansfractie verder te gaan, die man had tenminste een eigen mening, een politiek novum. Toen die man desondanks uit het zicht verdween moest hij weer overschakelen en hij koos de kleinste partij die nog net de kiesdeler zou halen. Ik volgde zijn voorbeeld en opperde: laten we op die ene kunstenaar stemmen. Een kunstenaar heeft misschien een beetje fantasie, en dat is nu net wat in de politiek ontbreekt. Het hielp natuurlijk niets. Het waren "verloren stemmen"; alleen in Delfzijl konden 3012 inwoners in maart 2006 de politiek met een witte zakdoek vaarwel zwaaien. Tenslotte hebben wij darts aangeschaft en ingezet op de kop die vermoedelijk het langst voor de spiegel had staan oefenen. Totdat we door onze echtgenotes werden teruggefloten. Om het goed te maken heb ik de volgende keer op een vrouw gestemd; zonder foto. Waarna ook bij dat partijtje de betweterigheid bleek te prevaleren boven de tolerantie.

Uw columnist, V.L.

Print versie (pdf)