www.loosjes.nl
Home
troonrede
blikken koets
Obstakels
Staatsrecht
Patiƫntendossier
About democracy
Freedom of Education
creative financing
Saboterende overheid
Leerplichtwet 2008
Innovatieverbod
Belastingliberalisatie
Europese Grondwet
Ostende,1781
Publicaties
Contact
____
<<     Pagina 29 van de 136     >>


108. Kiosk

Oudejaarsavond 2010


"Dames en heren, uit deze doos tover ik voor u koffie, thee, pils of wijn, maar omdat ik geen alcohol mag schenken heb ik de pils en de wijn vervangen door het equivalent in oliebollen en stroopwafels. Daar kun je mee jongleren, door er zeven tegelijk in de lucht te houden, maar alleen als de trein stilstaat; en dan ben ik buiten dienst; helaas. En u staat hongerig, verlangend naar oliebol of stroopwafel op het perron. Helaas." Bij deze wandelende kiosk steek ik armzalig af. Ik kan niet eens met twee ballen jongleren, een politiek linkse en een politiek rechtse; een publieke en een private bal. En die ballen hou ik nog niet eens in de lucht, want van lucht kun je niet leven; zegt men; en ik maar denken dat lucht onontbeerlijk is; want ook dat zegt men. Maar goed, elke column is een oefening. Die ballen zijn dus twee situaties. To be or not to be. U reist met een kaartje, of zonder kaartje. (In mijn blikken Märklin-treintje reisde ik toch altijd zonder kaartje?) Hou je mond, dit is een stilte-coupé. Wat voor de een legaal is, is voor de ander een spelletje. François Mauriac: "Het gevaar schuilt in dat wat twee tegengestelde systemen gemeenschappelijk hebben." Mauriac ging het om communisme en kapitalisme, maar dat terzijde. En bedoelde hij bureaucratie of soldaten? Geplaagd door dit binaire probleem - wat doet u eigenlijk in deze trein als u niet drinkt? (Waar bemoeit die kiosk zich mee?) Nou beter er in dan er voor (hoewel dat zonder kaartje kan) om mijn verdriet in veelvoud af te wentelen op degenen die mij dierbaar zijn - geplaagd dus, ging de telefoon. In de coupé pal achter mij. "Met Cyril" (stilte) "Dank je wel" (stilte) "Hoe wist je dat ik jarig was?" enz. Gefeliciteerd dus, namens alle treinreizigers.
Zo kwam ik op zijn verjaardag in de hulpverlening. In het gezin van Jan Modaal werden allerlei afspraken gemaakt - afspraken, dat was het, dacht ik - zoals hoe vaak (ik censureer) en hoeveel kilometer per maand iemand in de auto mocht rijden en hoeveel euro per jaar iedereen aan zijn hobby mocht besteden. Dat had problemen gegeven, want was chocola een hobby of niet, was strips lezen of gamen even belangrijk als de sportschool? Een typisch economisch probleem, de strijd om schaarse middelen. De onenigheid was zo hoog opgelopen dat men bij hem, de psycholoog, terecht was gekomen. Ik zag het al voor me - en zo was het ook gegaan - het hele budget voor hobby' was opgegaan aan de hulpverlening. Het was gewoon Bleak House van Charles Dickens.
Men had het probleem misschien ook kunnen omkeren (de hulpverlener probeerde me weer af te leiden): "Wie heeft wat het hardste nodig?" "Waar ligt wiens verantwoordelijkheid?" of "Waaraan zullen we die euro's besteden?" Ook dan bleef het - het wat? - een economisch probleem, alleen nu - socialer - geformuleerd in termen van schaarse mogelijkheden in plaats van schaarse middelen. Mijn houten hoofd merkte op dat het in de politiek net zo ging als in gezin A, of soms B, wat niet verwonderlijk is. Iemand die de politiek in gaat, wil ook graag iets regelen. Op school was ik verliefd op W die graag en goed regelde, en zij heeft in de bestuurlijke sector in Nederland dan ook heel wat geregeld, en goed geregeld denk ik. Regelaars zijn in de politiek uiteraard oververtegenwoordigd. En dan wordt er dus geregeld; zo niet linksom danwel rechtsom. Regelen is hun hobby. "Pa, ik heb mijn eerste KB!" hoorde ik zojuist op een andere verjaardag (het koninklijk besluit ging over een reparatiewetje). Hoe meer je regelt, hoe meer je ook vergeet te regelen, regelgeving is als het uitdeiend heelal, de omtrek van het probleem wordt alleen maar groter. Zo blijft er altijd werk. Voor de hulpverlening.
Op verjaardagen hoor je van alles. De een maakt het probleem alleen maar groter en de ander heeft de ultieme oplossing. Het stelsel van evenredige vertegenwoordiging zou vereisen dat er in de Kamer tenminste een dronkaard, een dief en een sijsjeslijmer moesten zitten. Of (andere verjaardagsgast) dat die parlementariërs een examen kwinkslag moesten afleggen - hij wist het zeker - of naar de hulpverlening - zie boven - gestuurd zouden moeten worden. Dan konden zij hun hobby niet langer op onze kosten uitleven. Maar wie moet er dan de kiosk bedienen? Natuurlijk: alleen mensen die tenminste drie oliebollen tegelijk in de lucht kunnen houden.....
Er komt een krakende stem uit het plafond: "Eindpunt van deze trein, u wordt verzocht allen uit of over te stappen."
Ik heb mijn aansluiting gemist; ik zal nog even moeten oefenen.

Uw columnist, V.L.

Print versie (pdf)