www.loosjes.nl
Home
troonrede
blikken koets
Obstakels
Staatsrecht
Patiƫntendossier
About democracy
Freedom of Education
creative financing
Saboterende overheid
Leerplichtwet 2008
Innovatieverbod
Belastingliberalisatie
Europese Grondwet
Ostende,1781
Publicaties
Contact
____
<<     Pagina 41 van de 136     >>


96. Waakhond

juni 2010


De Tweede Kamer fungeert in ons politieke systeem als waakhond. Zodra daartoe aanleiding is, wordt een spoeddebat gevraagd teneinde zichzelf te profileren en de TV-kijker te amuseren. Profileer en amuseer. De waakhond is brood en spelen voor het volk. De beste quizmaster maken we premier. Dat zo'n vermaaksfunctie ten koste gaat van de wetgevende taak van het parlement behoeft denk ik geen betoog. Steeds makkelijker wordt die wetgevende taak overgelaten aan de regering die tegelijk uitvoerder van die wetten is. Zo delft de trias politica - de leer der machtenscheiding - constant het onderspit ten gunste van de waakhondfunctie. Hoe spectaculairder het nachtelijke debat, hoe meer Montesquieu het de volgende dag zal ontgelden. Kan dat niet anders? Zou de waakhondfunctie niet kunnen worden voorbehouden - zo niet aan de rechter (cf. nrs. 9, 70) dan wel aan een waakhondcommissie of een afdeling waakhond' - een soort permanente enquête-commissie? Indien die commissie of afdeling van de Tweede Kamer van mening is dat het gesignaleerde aanleiding zou moeten zijn voor terugfluiten van de regering of voor gewijzigde wetgeving dan geeft die commissie dit door aan de Kamer, net zo goed als een prejudiciële vraag van een rechter aan een wetgever (over uitleg van de wet m.b.t. een gegeven casus) aanleiding kan zijn voor wetswijziging. Onze politieke onbalans wordt in deze vergelijking zichtbaar. Je zou m.i. namelijk mogen verwachten dat de wetgever zowel van de kant van de rechter als van de kant van de regering in evenwichtige mate wordt beïnvloed. De relatie wetgever -rechter bestaat daarbij uit het instituut van de prejudiciële vraag en het reageren op jurisprudentie, de relatie wetgever -regering bestaat uit waakhondfunctie c.q. verantwoording afleggen en reageren op beleid. Terwijl de waakhondfunctie alles overschreeuwt kennen we in Nederland niet eens de mogelijkheid van een prejudiciële vraag, zoals het Hof in Luxemburg dat wel voor de uitleg van het Europese gemeenschapsrecht kent. Dat is de dubbele onbalans die mij zorgen baart: zowel (naar de zijde van het bestuur:) een overheersen van de waakhondfunctie als (naar de zijde van de rechtspraak:) een ontbreken van de prejudiciële mogelijkheid. Uit oogpunt van Montesquiviaans machtsevenwicht een trieste zaak. Alles nog afgezien van de veel bekendere schending van de trias politica die bestaat uit - primo - de alles bepalende partijpolitiek als communicerend vat tussen regering en parlement (cf. nrs. 34, 68), - secundo - het hierboven al genoemde feit dat de wetgeving door de regering zelf wordt gestuurd ten koste van enig initiatief van het parlement (het kan nog erger: het initiatiefrecht is het Europese Parlement schandelijkerwijs zelfs verboden) en tertio de door gretige ambtenaren aangezwengelde vicieuze cirkel van wetgevingsdetaillisme, incidentalisme en regelzucht waardoor regering en parlement aan elkaar gebakken raken omdat men voor elke ingreep een apart wettelijk hok behoeft.
Hoe is dit zo ontstaan? Uit macht, het klinkt als een tautologie: uit macht als gewilde onbalans. Macht heeft een zuigende werking, rechter en parlement zijn door de regering in het defensief gedrongen. De macht van een regering heeft de rechter tot steeds marginaler toetsing gedwongen, met m.i. het benoemingsrecht (cf. nrs. 57, 65), de pseudo-wetgeving (cf. nr. 24), de zogeheten gelede normstelling (cf. nr. 66), de functionele verkleving (cf. nrs. 80, 94), en de werkdruk (cf. nrs. 46, 57) als voornaamste wapens. Diezelfde regering heeft de Eerste Kamer in de partijpolitiek ingelijfd. (Een SER-achtige samenstelling uit vertegenwoordigers van onderwijs, kunst, wetenschap, werkgevers en werknemers perslot ook gekund; als gekanaliseerde uit de achterkamertjes gehaalde lobby.) Diezelfde regering heeft het parlement de facto gedegradeerd tot voorhof voor de macht ("Wij zijn er klaar voor") waar de plannen doorheen geloodsd moeten worden.
Hoe harder de waakhond ondertussen blaft, hoe ongemerkter het machts-monopolie zich kan ontwikkelen. Bij voorbeeld: in plaats van aandacht voor het universitaire protest van 27 april (cf. www.duurzameveeteelt.nl) - na afschaffing van slavernij en kinderarbeid ondanks de economische voordelen, zouden we nu de grootschalige veehouderij moeten afschaffen - horen we tot op heden slechts geblaf in de trant van: "Die gestampte muisjes op de boterham, dat is voor mij een breekpunt, want dat is pas dierenmishandeling!"

Uw columnist, V.L.

Print versie (pdf)